dinsdag 21 augustus 2012

Achterhoedegevecht


Afgelopen zondag bij zomergasten: Ben Verwaayen, een van de "captains of industry". Een bevlogen betoog over "onze" concurrentiepositie in het licht van opkomende economische grootmachten als China en Brazilië. De boodschap: "zij" gedragen zich meer als ondernemer dan "wij". Dat betekent hard werken, veel risico nemen, maar dan ook een kans op grote beloningen. Het slechte nieuws is dat als we hier niet op reageren, we onze (materiële) verworvenheden zouden kunnen verliezen. Maar daar hoeven we niet bang voor te zijn, want er is ook goed nieuws: als we de realiteit onder ogen durven te zien, en de schouders eronder zetten, kunnen we onze positie in de economische wereldorde behouden.

Weliswaar beweert Verwaayen een aantal keer dat we ons niet moeten laten leiden door angst, maar tegelijk doet zijn opstelling vermoeden dat we er bang voor moeten zijn dat we in een economisch gat vallen als we deze strijd niet aangaan.

Hij vertelt het zó overtuigend dat je er haast in zou geloven. Maar toch bekruipt me het gevoel dat we het hier hebben over een achterhoedegevecht. Als de hele wereld mee gaat doen in het produceren van goederen, is de productiecapaciteit veel groter dan wat we op een - voor de aarde - verantwoorde manier kunnen verbruiken. Dus in hoeverre zijn we goed bezig door te gaan vechten om te "mogen" produceren?

We hebben een voortrekkersrol gespeeld in de industrialisatie. Inmiddels kennen we een aantal bijwerkingen: (1) het is lastig duurzaam te leven, en (2) het individu sneeuwt onder.

Als reactie op het industriële tijdperk reageert de maatschappelijke ontwikkeling hier al op: door toenemende aandacht voor vernieuwing op het gebied van ecologie en ruimtelijke ordening; door een steeds fijnmaziger netwerk van kleine, vaak lokale, ondernemingen; door een steeds grotere vraag naar zingeving en persoonlijke ontwikkeling. "Wie ben ik, wat is de betekenis van mijn leven, hoe kan ik in evenwicht leven met mijn omgeving?"

Dit alles zal leiden tot een veranderende maatschappelijke en economische structuur, en het zal niet eenvoudig zijn om die verandering in goede banen te leiden. Waar verandering is, is vraag en aanbod, dus een economie en het betreft dan steeds meer ook niet-materiële zaken. In een economisch gat zullen we denk ik niet snel vallen. En als we er de schouders onder zetten en deze - laten we zeggen - spirituele economie met elkaar vormgeven, kunnen we weer een voortrekkersrol spelen; want de opkomende economieën zullen vroeg of laat ook met de genoemde bijwerkingen te maken krijgen.

We hoeven geen gevecht te leveren - we hoeven alleen maar de logische ontwikkeling te volgen. Go with our flow. Maar Verwaayen heeft toch ook wel een beetje gelijk: ook achterhoedegevechten moet je goed voeren om niet voor verrassingen komen te staan ...


Geen opmerkingen:

Een reactie posten